Bereikbaarheid voor hulpdiensten


Om de toegang tot het terrein zowel tijdens het evenement als de op- en afbouwfase voor de hulpverleningsdiensten te waarborgen, dient een calamiteitenroute ingesteld te worden. Deze route dient te allen tijde toegankelijk te zijn. Over onder andere de volgende punten dient nagedacht te worden:

  • Reguliere toegangsroutes;
  • Calamiteitenroutes (specifiek aangeven welke wegen daarvoor worden aangemerkt, in samenspraak met de hulpdiensten). Deze routes dienen te voldoen aan de volgende eisen:
    • Minimaal 4,50 meter breed (4,5 meter indien een redvoertuig nodig is);
    • Een verharding over een breedte van ten minste 3,25 meter, die geschikt is voor motorvoertuigen met een massa van ten minste 16.000 kilogram (16 ton), met een 10 ton as-last;
    • Doorrijhoogte ten minste 4,20 meter.
  • Zijn er (bemande) doorlaatposten aanwezig, zo ja waar? (in samenspraak met de hulpdiensten);
  • Hoe is de opvang voor de hulpdiensten geborgd?;
  • Bij dynamische evenementen zoals fiets- en loopevenementen dient de bereikbaarheid van bebouwing langs het af te leggen parcours voor hulpdiensten gewaarborgd te zijn.

Als een straat moet worden geblokkeerd of afgesloten dan gebeurt dit in overleg met de betrokken diensten. Voorts moeten toegangen tot aangrenzende percelen vrij blijven zo ook uitgangen en nooduitgangen van bioscopen, cafés en dergelijke.

Voorbeelden zoals het niet moet

Betonblokken op een vluchtweg/calamiteitenroute waardoor de minimale afstand van 3,25 meter verharding niet wordt gehaald.

De plantenbak staat op de calamiteitenroute.

Het voertuig staat geparkeerd achter een afzetting.

Versiering en kabels moeten minimaal op 4,20 meter hoogte hangen.