Zoeken

LEC IV uit de startblokken

Gepubliceerd op 9 mei 2022

De onthulling van het nieuwe logo en de nieuwe huisstijl markeerde tijdens de netwerkdag op donderdag 17 maart de start van het LEC Industriële Veiligheid, kortweg LEC IV. De belangrijkste boodschap van het nieuwe LEC is dat de kennis en ervaring die met vijftien jaar BrandweerBRZO-activiteiten is opgebouwd, nu veel breder wordt benut bij het bevorderen van de industriële veiligheid in het algemeen.

Publicatie: maart 2022
Lees het originele artikel hier.

De onthulling van de banner met de nieuwe huisstijl door Jan Meinster en Chantal Torn-Wintjens, is onderdeel van hun presentatie over de transitie van LEC BrandweerBRZO naar LEC IV. Het LEC begon in 2007 klein, als tweepersoons formatie, en groeide in de afgelopen vijftien jaar uit tot een expertisenetwerk van formaat. Met die gebundelde kennis zijn belangrijke stappen gezet in kwaliteitsverbetering en professionalisering van het taakveld industriële veiligheid. Kennisdeling via publicaties en bijeenkomsten werd een belangrijke taak van het LEC, evenals het ondersteunen van de regio’s met tools, applicaties, handreikingen en modelbeleid.

Bij de nieuwe, bredere, koers hoort een nieuwe huisstijl, die zowel zakelijk en functioneel als vriendelijk moest zijn. En dat is de ontwerpers van WebNL, dat door het LEC in de armen werd genomen, gelukt. Met een simpel maar krachtig logo dat in één oogopslag de wortels en taakstelling in één symbool vangt wil het vernieuwde LEC verder. De samenvattende boodschap van Jan en Chantal in de presentatie luidt: ‘We laten geen taken los, maar we versterken en verbreden onze rol ten dienste van de veiligheidsregio’s en het netwerk nog meer.’

Netwerkgesprek

Dat netwerk komt aan het woord in een netwerkgesprek onder leiding van dagvoorzitter Dina van der Aart (Afdelingshoofd IV Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Zij sprak met Anton Slofstra (Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden), Marleen van der Kerkhof, (Brandweer Amsterdam-Amstelland), Klaas Sietse van der Wal, (Veiligheidsregio Groningen), Hubert Weitenberg (Veiligheidsregio IJsselland) en Walter Reurink, plaatsvervangend programmamanager LEC IV. Hoe bezien zij als partners in het netwerk de nieuwe identiteit en de verwachte meerwaarde voor de regio’s?

Anton Slofstra noemt de verschuiving van focus van Brzo-inrichtingen naar risicorelevante activiteiten een belangrijke stap. “Het LEC heeft zijn oorsprong in de zware chemische industrie, maar echt grote calamiteiten gebeuren daar niet meer. Op dit moment is onze grootste zorg juist de categorie bedrijven ónder de Brzo-drempel. Ook goed dat de aandacht nu meer uitgaat naar netwerkvorming voor kennisdeling, terwijl het LEC zich in zijn eerste jaren vooral richtte op kwaliteitsverhoging van Brzo-inspecties.”

Ook Klaas Sietse van der Wal ziet het belang van het breder inzetten van de opgedane Brzo-kennis binnen een groter spectrum risico-opleverende bedrijven. Hij stelt vast dat veiligheidsvraagstukken complexer worden, terwijl gespecialiseerde risicokennis schaars is. “Daarom is het goed dat we die schaarse capaciteit bundelen en dat we in netwerkverband slim werken en kennis delen.”

Hubert Weitenberg signaleert dat de veiligheidsregio’s steeds meer taken naar zich toe trekken. Brandveiligheid, milieuveiligheid, veilig leven, industriële veiligheid; bij elkaar een flinke werklast. Maar de personele capaciteit is schaars, dus moeten keuzes worden gemaakt. De samenwerking met de omgevingsdiensten is in zijn ogen een aandachtspunt, omdat die qua werkwijze van het netwerk IV kunnen leren. In IJsselland gaan de veiligheidsregio en de OD risicogericht samenwerken rond de Omgevingswet.

Walter Reurink is van mening dat de klassieke Brzo-taak van de veiligheidsregio’s inzake bedrijfsbrandweeraanwijzingen uitgebreid kan worden, gelet op de bredere taakopvatting van het netwerk. “We maken ons er hard voor om bedrijfsbrandweer vaker als instrument in te zetten, ook bij de lagere categorieën risicorelevante bedrijven die soms wel een behoorlijk brandrisico kennen. Wellicht kunnen we op dat gebied in de komende herziening van de Wet veiligheidsregio’s meer bevoegdheden krijgen.”

Marleen van der Kerkhof gaat in op de samenwerking tussen het Netwerk IV en de Vakraad Brandveiligheid. De Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio riep de vakraden in het leven om maatschappelijk relevante veiligheidsthema’s landelijk te agenderen. “De vakraden willen invloed op beleid uitoefenen op basis van hun kennis en expertise. Ook over risicorelevante bedrijven hebben we in de Vakraad Brandveiligheid veel kennis. Nu ook het netwerk IV zich meer op die bedrijvencategorie gaat richten, kunnen we elkaar daarin met onze kennis en kunde aanvullen.”

Foamdammen onder de loep

Na de officiële aftrap van het LEC IV komen de inhoudelijke thema’s van deze netwerkdag aan bod. Als eerste een presentatie van Jan-Kees Kallemein van de VRR over de problematiek met niet-regelconforme foamdammen op opslagtanks. Bij een inventarisatie in het VRR-gebied eind 2021 werden bij verschillende tankopslagbedrijven foamdammen van aluminium aangetroffen, die niet voldoen aan de eisen van de NFPA 11. Een gevaarlijke situatie, omdat ze al bij relatief lage temperaturen kunnen bezwijken, zodat bij een rimsealbrand het schuimblussysteem zijn werk niet kan doen. Het risico van escalatie is dan groot. De VRR verspreidde in december een safety alert in het Netwerk IV en gaf bedrijven opdracht maatregelen te nemen en foamdammen conform de NFPA aan te brengen.

Leveranciers van foamdammen probeerden in hun verweer gelijkwaardigheid aan te tonen. Maar bij de samen met tankdakleveranciers en branchekoepel VOTOB uitgevoerde praktijktesten met schaalmodellen bezweken de aluminium foamdammen al na zes minuten, waar NFPA een weerstand van ten minste 20 minuten voorschrijft. Conclusie: aluminium is absoluut niet gelijkwaardig! De betrokken tankopslagbedrijven moeten vóór 1 april laten weten hoe zij dit veiligheidsissue oplossen en moeten tijdelijke maatregelen treffen om een rimsealbrand toch doeltreffend te kunnen bestrijden. Volgens Kallemein zijn de eerste resultaten van deze IV-interventie al geboekt en hebben de eerste bedrijven inmiddels een plan van aanpak overlegd.

Het nieuwe leerlandschap

Als tweede inhoudelijke thema komt het nieuwe leerlandschap voor risicomanagement aan bod: de leerstroom waarin ook de scholing voor het specialisme industriële veiligheid is ondergebracht. Leo de Niet, teammanager brandweeronderwijs ’niet-operationeel’ belicht de stand van zaken rond het brandweeronderwijs 2.0. Kort samengevat: binnen het leerlandschap risicomanagement komen vier horizontale leerstromen. Een basisleerstroom en leerstromen voor ruimtelijke veiligheid, brandveiligheid en industriële veiligheid. Voor alle leerstromen zijn nieuwe kwalificatiedossiers en curricula ontwikkeld. Wezenlijk nieuw voor industriële veiligheid is het onderscheid in curriculum voor ‘specialist adviseren industriële veiligheid’ en ‘specialist inspectie industriële veiligheid’.

Leo de Niet legt uit dat het nieuwe leerlandschap meer modulair wordt en beter wordt afgestemd op de behoeften van de veiligheidsregio’s. Bovendien worden modules regelmatiger aangeboden. De basis instroomeis HBO-niveau verandert volgens Leo niet. Mensen met een MBO-opleiding maar aantoonbaar HBO-werkniveau kunnen volgens hem wel de leerstroom volgen, maar krijgen na voltooiing niet het diploma. In september 2023 moet het nieuwe leerlandschap volledig ‘klaar’ zijn.

Brandveiligheid afvalbedrijven

Tot slot in het plenaire programma belichten Norbert Gret, Nils Rosmuller en Jan Meinster het project ‘Brandveiligheid bij afvalbedrijven’. De focus op deze bedrijfstak wordt gerechtvaardigd door de gesignaleerde trend van een al jaren toenemend aantal branden in de afval- en recyclingsector. Branden die zich doorgaans kenmerken door lange duur en grote milieu- en omgevingsimpact.

Norbert Gret beschrijft een praktijkcase bij een grote afvalverwerker in Amsterdam, waarbij de veiligheidsregio, de gezamenlijke Brandweer Amsterdam, omgevingsdienst en het betrokken bedrijf de handen ineensloegen. Het bedrijf voerde een risicobeoordeling uit en nam maatregelen voor preventie en effectbeheersing. Een mooi eerste resultaat dat tot voorbeeld strekt. Nils Rosmuller licht vervolgens toe hoe zijn lectoraat het onderzoek aanpakt om meer zicht te krijgen op de problematiek van afvalbranden en hun oorzaken. Die oorzaken blijken in 50 tot 60 procent van de gevallen niet te achterhalen. Daar is volgens Nils dus nog veel werk te doen. Open vuur, onveilige werkprocessen, broei en ondeugdelijke opslag van vloeistoffen blijken wel generiek veel voorkomende oorzaken.

Jan Meinster vult aan dat ook het Netwerk IV zich aansluit bij dit thema en zich samen met de omgevingsdiensten richt op de volgende doelen: de brandveiligheid van afvalbedrijven zelf verhogen, het verbeteren van de omgevingsveiligheid door effecten van afvalbranden te beperken en het ontwikkelen van een beleidskader voor advisering richting omgevingsdiensten. Dat allemaal vanuit een behoefte naar structurele verbetering, gedreven door de frequente praktijkincidenten.

Casuscarrousel

In het middagprogramma kunnen de deelnemers aan de netwerkdag hun kennis verrijken in een carrousel van drie casusworkshops. Aan de orde komen: bedrijfsbrandweerscenario’s, wanneer zijn die reëel en wanneer niet? Bedrijven beoordelen die vraag anders dan de veiligheidsregio’s. Inleiders Gert Castelijn en Marco van Eijkeren halen input op bij de deelnemers. Een wezenlijk criterium is volgens de uitvraag dat een bedrijfsbrandweerscenario reëel en typerend moet zijn.

In de workshop over de herziening van de Handreiking brandweeradvisering milieu beschrijven Ronald van Miltenburg en Frank Lelieveld waarin de nieuwste versie zich onderscheidt van de eerdere versies uit 2010 en 2014. Reden voor herziening zijn de ontwikkelingen in het vakgebied, waaronder de nieuwe Omgevingswet. Derhalve focust de nieuwe handreiking zich op milieubelastende activiteiten (MBA’s). De inleiders vragen de deelnemers welke specifieke aandachtspunten en bijlagen nog in de handreiking zouden moeten komen.

In de derde workshop belichten Henk van Wetten en Antoon Kleijne de LBR-inspectiegidsen, instrumenten als houvast voor de Landelijke Benadering Risicobedrijven. Een houvast in twee hoofdroutes: een techniekroute of een systeemroute. Per gekozen route kunnen in de LBR-basisbibliotheek ‘stellingen’ voor de uit te voeren inspectie worden gekozen, afhankelijk van de aard van het bedrijf en de bedrijfsprocessen. Ook hier wordt de deelnemers gevraagd om input. Momenteel bevat de LBR-bibliotheek circa 100 onderwerpen, overgenomen uit de ‘oude GIR’. Wat moet er nog meer in, om bij LBR-inspecties geen relevante onderwerpen te missen?

Rond half vier ’s middags wordt de eerste netwerkdag onder de noemer LEC IV afgesloten. Een waardevol inhoudelijk programma met veel kennisdeling over concrete projecten en ontwikkelingen die goed aansluiten bij de koers van het vernieuwde LEC en die van het Netwerk IV. Tot ziens op de volgende netwerkdag, op 10 november 2022.

Compilatie

Op 17 maart was de aftrap van het Landelijk Expertisecentrum Industriële Veiligheid (LEC IV) en werd afscheid genomen van de naam LEC BrandweerBRZO. Bekijk de compilatie van die dag.

Compilatie netwerkdag LEC IV 17 maart 2022