Effectiever dankzij MOI

Gepubliceerd op 8 januari 2021

Sinds 2016 maakt Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond gebruik van het Mobiel Operationeel Informatiesysteem, afgekort MOI. Het MOI stelt onze mensen in staat om snel en overzichtelijk operationele informatie in te zien.

Dit artikel verscheen eerder op BIGnieuws.nl

Met MOI hebben repressieve collega’s bij ieder incident direct beschikking over alle relevante gegevens over het gebouw, de risico’s, aanwezige mensen, bluswatervoorziening en andere belangrijke details.

Marcel Henderson, beleidsadviseur en domeinhouder digitale operationele informatie bij Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond vertelt over de ontwikkeling van MOI.

Meteen zien wat je kunt verwachten

In 2015 is er op initiatief van een aantal brandweer-collega’s gestart met de ontwikkeling van een MOI. De organisatie liep tegen uiteenlopende praktische problemen aan en zocht dan ook naar een mogelijkheid om de operationele processen te verbeteren. De juiste informatie op het juiste moment is immers het fundament voor een slimme en efficiënte brandweer. “Bij het uitrukken moeten de collega’s eigenlijk meteen al kunnen zien wat ze moeten doen en wat ze kunnen verwachten”, zo legt Henderson uit.

“Vroeger hadden we zogenaamde aanvalskaarten, die hardcopy in mappen aanwezig waren in de brandweervoertuigen en werden doorgebladerd terwijl het team naar de meldingsplek toereed. Als er zich dan onverwachte obstakels bevonden op de route, kon dat makkelijk resulteren in tijdverlies. Een ander soort tijdverlies kon ontstaan omdat de teams geen of te weinig informatie hadden over het gebouw waar ze naartoe reden. Pas nadat ze waren aangekomen, konden ze dan zien hoe het erbij stond en daar een plan van aanpak voor verzinnen. Allemaal vertragingen die worden voorkomen dankzij het MOI.”

Databronnen bijeengebracht

Het MOI voor de brandweer bevat alle informatie die nodig is om zo snel mogelijk hulp te kunnen bieden en dat betekent dat er allerlei databronnen bijeen zijn gebracht. Henderson licht toe: “Om te beginnen wordt de route dynamisch gepland, dus rekening houdend met openstaande bruggen en andere opstoppingen. Voor de route maken we daarbij gebruik van een API die de routepolygonen van TomTom aanspreekt en de informatie over de bruggen is afkomstig van het Nationale Databestand Wegverkeer. Samen met de open basiskaarten biedt dat de mogelijkheid om de optimale route samen te stellen. Deze wordt weergegeven op het scherm dat zich in het voertuig bevindt. Dit scherm toont ook de begane grond van het gebouw waarover de melding is gedaan, net als een tekstveld waarin opmerkingen van de meldkamer staan.”

Afhankelijk van het soort incident zijn er meer of minder kaartlagen opgenomen in het kaartbeeld dat de brandweerlieden te zien krijgen. “Het enige wat we altijd toevoegen is de informatie over ons materieel, dus de positie van alle voertuigen, gekoppeld aan het voertuigsymbool, waarbij de meldkamer bijhoudt welke voertuigen inzetbaar zijn. Andere informatie onttrekken we van algemeen toegankelijke bronnen of hebben we zelf vastgelegd. In het geval van een brand bij een school, halen we bijvoorbeeld informatie uit het PDOK, aangezien daar een database te vinden is die alle asbestdaken op scholen bevat. Voor een melding bij het Centraal Station maken we weer gebruik van onze eigen tekeningen, aangezien we het CS tot op de centimeter nauwkeurig hebben ingetekend. Dat moest ook wel, want daar is geen landelijke database voor, maar het is typisch een locatie waarvan het heel belangrijk is om precies te weten hoe die in elkaar steekt.”

08jan MOI 2 afbeelding bij artikel

Extra real-time informatie

Inmiddels is wel duidelijk dat de introductie van het MOI de dienstverlening van de Brandweer Rotterdam-Rijnmond significant heeft verbeterd. Dat is echter voor Henderson geen reden om achterover te leunen. “Er valt nog genoeg toe te voegen aan het systeem”, zo stelt de beleidsadviseur, die met name graag extra real-time informatie zou opnemen. Bijvoorbeeld over de plaats waar materialen zich bevinden. “Containerbakken met materialen worden nog wel eens verplaatst door collega’s en de registratie daarvan gebeurt nog handmatig door eens in de zoveel tijd een inventarisatierondje te doen. Het zou natuurlijk wel handig zijn als we op elke bak een geo-locator zouden kunnen plaatsen, zodat we altijd weten waar welke spullen zich bevinden. Het probleem van deze oplossing is overigens niet van technische aard, want we zouden dat wel kunnen implementeren, maar meer financieel. We hebben heel veel bakken en de geolocators zijn nog wat aan de dure kant, dus we wachten tot ze beschikbaar komen voor een prijs die past bij ons budget.”

Het MOI blijft in ontwikkeling, ook omdat de VRR niet de enige organisatie is die werkt aan de uitbreiding van het systeem. “Er zijn vijf andere regio’s die de sourcecode van het MOI hebben gekregen en hier gebruik van maken. De afspraak is daarbij dat wanneer zij een nieuwe functie ontwikkelen, deze ook beschikbaar wordt gesteld aan de andere regio’s. Het meest recente voorbeeld van zo’n toevoeging is de real-time opname van KNMI-temperatuurgegevens in het systeem. Hittestress bij brandweerpersoneel is namelijk een actueel thema en een van de  regio’s leek het nuttig om daarvoor een tool te ontwerpen.”

MOI voor iedereen

Vier jaar na de lancering van het MOI is het gebruik van het systeem wijdverbreid, zo merkt Henderson op. “Inmiddels gebruikt de hele crisisorganisatie het MOI, dus niet alleen het brandweerpersoneel in het veld, maar andere diensten zoals de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio en Ambulance Rotterdam-Rijnmond. Ook zij hebben de operationele taken behoorlijk kunnen stroomlijnen dankzij de inzet van dit systeem. En er zijn ook andere partijen die ervan profiteren. Zelfs ketenpartners zoals het Havenbedrijf maken gebruik van het MOI, waarbij ze dan natuurlijk alleen de informatie kunnen gebruiken waar ze wettelijk gezien recht op hebben.”

Dat het systeem zo breed wordt gebruikt, is een bevestiging dat het de goede kant op gaat met de ontwikkeling van het MOI. “Door het gebruik van standaardsoftware en open-source-oplossingen hebben we het geheel makkelijk en goed kunnen invullen en ik denk dan ook dat dit een heel goede keus is geweest om dat als uitgangspunt te nemen. We hebben de specifieke behoeften van de veiligheidsregio kunnen opvullen met beproefde principes, waarbij we goed gebruik kunnen maken van kennis die er al is of door derden wordt gedeeld. Wat dat betreft denk ik dat de toegevoegde waarde van het MOI in de toekomst ook alleen maar groter en groter kan worden”, zo sluit Henderson af.