Zoeken

Samenwerking tussen VRR en DCMR: ‘Wij snappen elkaar’

Gepubliceerd op 10 november 2023

Als het om ingewikkelde wet- en regelgeving, lijvige rapporten en een almaar uitdijende reeks afkortingen gaat, kunnen ze er wat van bij de VRR en DCMR Milieudienst Rijnmond. Gesneden koek voor Frank Lelieveld, senior medewerker Industriële Veiligheid bij de VRR en Lodie Glimmerveen, projectleider Omgevingsvergunningen bij de unit Reguleren van DCMR. Maar ook een koek vol uitdagingen. En daar houden ze van.

Dit artikel verscheen eerder in ons magazine SAMEN #6.

Lodie houdt zich bezig met omgevingsvergunningen voor bedrijven in onze regio. In die vergunningen is vastgelegd aan welke eisen een bedrijf moet voldoen om bijvoorbeeld de uitstoot van stoffen in de lucht te verminderen, geluidhinder te voorkomen of de veiligheid te waarborgen. Frank is senior medewerker Industriële Veiligheid en maakt deel uit van het team Advisering & Vergunningverlening bij de VRR. “Onze samenwerking heeft altijd te maken met de omgevingsvergunning”, legt Lodie uit. “Als een bedrijf een activiteit wil uitvoeren, dan moeten ze daar een aanvraag voor doen. Heeft die activiteit te maken met brand- of industriële veiligheid, dan vragen wij de VRR om advies. Dat kan een wettelijk advies zijn, bijvoorbeeld in geval van de opslag van vuurwerk. Maar we vragen de VRR ook om advies vanwege hun expertise, bijvoorbeeld bij de beoordeling van brandveiligheidsplannen.”

Grenzen

Voordat Frank in 2008 bij de VRR terechtkwam, werkte hij bij DCMR in de functie die Lodie daar nu heeft. “Doordat Frank vroeger in mijn schoenen stond en nu aan de andere kant van de tafel zit, is hij zich goed bewust van mijn toetsingskader en de keuzes en begrenzingen die daarmee te maken hebben. Als wij het op elementen niet eens zijn met elkaar, dan snappen we vanuit onze eigen achtergrond ook waarom.” Frank legt uit dat zij ieder vanuit hun eigen perspectief werken. “Lodie kijkt vanuit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Daarin zijn veel vergunningen, ontheffingen en meldingen tot één omgevingsvergunning geïntegreerd.

Hij let op de invloed van een activiteit op de omgeving. Gaat dat om gevaarlijke stoffen, dan kan dat een risico voor de omgeving zijn. Als VRR kijken wij daar ook naar, maar ook naar de veiligheid van onze brandweermensen. Daar ligt de grens, maar tegelijk ook onze samenwerking. We denken er in zo’n geval voor 85 procent hetzelfde over, maar wij zitten dan nét iets meer op dat stukje veiligheid, installaties en de inzet van brandweermensen.” Lodie: “Mijn insteek is altijd: het advies van de VRR is leidend. Daar wijk ik niet zomaar van af, want het is hun expertise en niet de mijne.”

Samen magazine-IV samenwerking DCMR - aangepast

Frank Lelieveld (links) en Lodie Glimmerveen (rechts).

Energietransitie

Ook al proberen de VRR en DCMR omgevingsrisico’s zoveel mogelijk te beperken, helemaal uitsluiten kunnen ze dat niet. “Er zijn gelukkig normen en besluiten die ons daarbij helpen”, stelt Frank. “En er is wetgeving die bepaalt wat wij in Nederland met z’n allen een aanvaardbaar risico vinden. Zo is er een kans van een op een miljoen per jaar of lager dat je overlijdt aan een incident met een gevaarlijke stof. Dat zien we als een acceptabel risico.”

Volgens Lodie word je daarbij soms geconfronteerd met de markt en ontwikkelingen in duurzaamheid. “Neem elektrische auto’s en de batterijen die daarin zitten. De VRR wordt geconfronteerd met moeilijk te bestrijden branden en DCMR met ondernemers die accu’s en batterijen willen opslaan. Als BV Nederland wil je die energietransitie, maar daar zitten wel risico’s aan vast.” Ook Frank ziet dat deze ontwikkelingen razendsnel gaan. “Het is booming business. Dat geldt voor batterijen, maar ook voor waterstof. Er gebeurt heel veel, maar er is nog onvoldoende wetgeving die een veilige opslag regelt.”

Oman en BES-eilanden

Andere veiligheidsregio’s en zelfs partijen in het buitenland vragen de VRR en DCMR regelmatig om advies. Niet verwonderlijk, want Rijnmond is de grootste industriële regio van het land. Zo reist Frank binnenkort naar de haven van Sohar in Oman. “Het Havenbedrijf Rotterdam is deels aandeelhouder en wil dat de haven in Oman qua veiligheid op hetzelfde niveau komt als Nederland. Daarom worden wij weleens ingevlogen om inspecties te doen en beleid te ontwikkelen. Een totaal andere wereld. Als in Nederland bij een incident een giftige wolk vrijkomt, dan worden omwonenden gealarmeerd. Zij sluiten vervolgens ramen en deuren. In Oman is dat minder vanzelfsprekend. Wat dan? Daar moet je goed over nadenken.”

Ook Lodie wordt weleens buiten de landsgrenzen geconsulteerd. “Ik heb een periode Rijkswaterstaat geadviseerd over gevaarlijke stoffen bij raffinaderijen op de BES-eilanden. Als DCMR adviseren wij Rijkswaterstaat over de vergunningverlening daar en de VRR doet datzelfde voor de brandveiligheid.”

Bevlogen

Wat opvalt, is de bevlogenheid waarmee zowel Frank als Lodie over hun werk praten. Waar komt dat vandaan? “Ik sta er niet vaak bij stil, maar dat heeft toch te maken met iets willen betekenen voor de samenleving. Hoe minimaal ook, ik wil er mijn eigen bijdrage aan leveren, alles een beetje beter of -zo je wilt- minder slecht te maken.” Voor Lodie speelt nog iets anders mee: “Ik vind vooral de puzzel erg leuk. Uitzoeken wat belangrijk is, hoe we daar het beste mee kunnen omgaan, mens en milieu beschermen. Dat vind ik mooi.”

Tekst: Nienke Landre
Beeld: Lennaert Ruinen

Hier kun je de editie van SAMEN 6 teruglezen.