Zoeken

SAMEN artikel: MIC: Nog beter inspelen op calamiteiten en incidenten

Gepubliceerd op 10 december 2021

De juiste informatie in de juiste vorm op het juiste moment bij de juiste personen krijgen. Dat is in een zin samengevat het doel van het Multi Intelligence Center (MIC). Dit innovatieproject startte een jaar geleden. Henry Oudshoorn en Emil van Schie zijn de projectleiders.

Auteur Conny Rijken | Fotograaf Megin Zondervan

In dit project draait alles om het op een centraal punt beschikbaar hebben van data. Henry: “Is er een incident in de regio, dan richten we ons nu nog op het adres en de locatie. Op de plek aangekomen, zijn we vooral gefocust op het probleem. Vaak zijn we dan niet voldoende op de hoogte van wat er allemaal op zo’n locatie speelt. Die informatie is er wel, alleen niet bij de juiste personen. Zouden we wel over die informatie beschikken, dan maken we misschien andere keuzes.”

Emil: “Ik geef een voorbeeld. Een paar jaar geleden kregen we een brandmelding. De mensen belden 112, omdat zij in hun appartementencomplex de rook- en brandmelders bij de buren hoorden afgaan. De brandweer ging erheen en trof een verwarde buurman aan die met wierookstokjes boze geesten aan het verjagen was. De brandweer kon verder niets uitrichten en speelde het door naar de politie. Daar was bekend dat deze buurman vaker overlast veroorzaakte. De politie kwam ter plekke en schakelde de ambulancedienst in. Hadden de instanties de situatie ter plekke gekend, dan was er anders gehandeld. Urenlange inzet van diverse hulpdiensten had zo voorkomen kunnen worden. Het MIC moet hierin uitkomst gaan bieden.”

Samenwerken met partners
Zoals gezegd, het verzamelen van de juiste data om het MIC te ‘vullen’ is cruciaal. Hiervoor werkt de VRR nauw samen met de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid en de Gezamenlijke Brandweer. Maar Henry en Emil willen dat in de toekomst uitbreiden. Henry: “Er zijn veel waardevolle bronnen van informatie voor het MIC. Denk aan de gemeentelijke administratie, informatie van verzekeraars, de politie, maar ook Rijkswaterstaat en waterschappen. Binnen het MIC willen we al die bronnen ontsluiten en ze voorzien van de juiste mandaten zodat alle partijen daar vervolgens – binnen de mogelijkheden van de bestaande regelgeving – van kunnen profiteren.”

Emil: “Het enthousiasme om mee te werken is groot. Men ziet echt de noodzaak van zo’n platform. We konden ook niet op een beter tijdstip komen. De huidige crisis vraagt om veel informatie die bij een incident relevant kan zijn. Zo is het belangrijk te weten dat een bewoner zuurstof gebruikt of bedlegerig is. Weten we dat voordat we naar het incident gaan, dan kunnen de juiste personen erop af gaan en kun je ter plekke ook adequater handelen.”

Preventie
Het MIC moet er voor meer zijn dan alleen informatieverstrekking bij incidenten. Henry: “We willen het ook preventief gaan gebruiken en functionarissen actief benaderen bij verwachte calamiteiten. Stel er wordt over een paar dagen hoogwater verwacht in combinatie met een sterke westenwind. Dat kan tot overstromingen leiden. Dan kunnen wij tijdig de juiste functionarissen inseinen omdat wij via het MIC beschikbare informatie kunnen combineren. Ook als een ambulance- of een brandweergebied niet meer gedekt is door een vrije ambulance- of brandweereenheid, kunnen wij tijdig handelen. Maar het gaat verder dan de incidentbestrijders. Nutsbedrijven leveren ook relevante hulpverlening op het moment dat er geen water, stroom of gas is. Zij en wij hebben op die momenten behoefte aan informatie. Het MIC is dus bestemd voor incidentbestrijders, functionarissen die operationeel bezig zijn en collega’s die relevante informatie kunnen gebruiken waardoor zij effectiever kunnen werken.”

Gewoon doen!
​​​​​​​Het project draait inmiddels een jaar. De kaders zijn bekend, de partners benaderd. Henry: “We gaan nu werken aan de uitvoering, want op het moment dat we overeenkomsten opstellen met partners en data gaan ontsluiten, moeten we goede afspraken hebben. Het is een enorm project maar we doen het in kleine stapjes. Dan blijft het te overzien. We zijn op dit moment ook bezig om te onderzoeken wat er al aanwezig is. Qua techniek is er al veel en ook qua werkwijze en procedures hoeven we het wiel niet uit te vinden. We willen ook niet concurreren met bestaande initiatieven en willen ook zeker met andere partijen in het land samenwerken. We zijn in Rotterdam gestart vanuit de mentaliteit ‘we gaan het gewoon doen’, maar tegelijkertijd willen we onze ideeën delen met collega’s elders. Met elkaar dezelfde richting opgaan. Hoe mooi zou dat zijn?”