Zoeken

BrandweerBRZO artikel: ​Normen en certificaten: fundamenten voor kwaliteit in veiligheidsland

Gepubliceerd op 1 december 2021

Bij veiligheidsinspecties, ook in de industrie, hebben inspectiediensten veelvuldig te maken met normen en soms ook certificaten. Belangrijke fundamenten voor de kwaliteit waarop preventieve voorzieningen en het toezicht daarop steunen. Maar hoe zit het nu precies met inspectieschema's en certificering? Welke schema's zijn er en wat zegt een certificaat over de feitelijke veiligheid van een installatie of de kwaliteit van een inspectie? Om wat licht te werpen op deze thematiek, kregen de medewerkers van de afdeling Industriële Veiligheid van de VRR onlangs een online college van twee belangrijke partijen in 'normenland'. Het CCV en de Raad voor Accreditatie gaven een toelichting op hun rol en taken. Het Landelijk Expertisecentrum BrandweerBRZO deelt deze informatie graag met anderen in het landelijk netwerk voor industriële veiligheid.

Publicatie 28-4-2021
Lees het originele artikel hier.

Normen scheppen helderheid: welke eisen worden gesteld aan een bouwwerk, product, installatie of organisatie en welke doelen worden met die eisen beoogd? Dit is de wereld van het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid). De 70 specialisten bij de onafhankelijke stichting werken dagelijks hard aan het bevorderen van de veiligheid in Nederland, onder andere door normen en kaders op te stellen die toezichthouders houvast geven.

Keurmerken en inspectieschema's
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) beheert keurmerken op het gebied van brandveiligheid en publiceert diverse documenten als grondslag voor het toezicht op veiligheid, legt Gisela van Blokland, Adviseur Keurmerken, certificatie en inspectie brandveiligheid, van het CCV uit. Belangrijke zijn: het CCV-keurmerk voor uitgangspuntendocumenten voor brandveiligheid van bouwwerken (UPD) en de technische bulletins aanvullend op bestaande normen voor vast opgestelde brandbeveiligingsinstallaties (VBB). Gisela van Blokland verduidelijkt wat die schema's precies behelzen.

"Inspectieschema's zijn een belangrijke basis voor de uitvoering van een inspectie. De documenten bevatten onder andere eisen aan de competenties van inspecteurs, de uitvoeringswijze van een inspectie en het inspectierapport en lijsten inspectiepunten met goedkeuringscriteria. Daarmee scheppen we uniformiteit en eenduidigheid in de inspectiewereld. De schema's zijn de grondslagen voor verschillende 'inspectiesmaken': zoals inspecties op brandveiligheid volgens het Bouwbesluit, inspectie voor opslag van gevaarlijke stoffen en inspectie op normconformiteit. Het CCV inspecteert niet zelf, maar maakt gebruik van inspecteurs van 11 gelieerde inspectie-instellingen. Dit private toezicht is een aanvulling op de publieke inspectietaak van onder andere de brandweer. Ze nemen de brandweer veel werk uit handen, maar niet alles. Brandweerinspecteurs brengen meer diepgang aan. Zo controleren private inspecteurs bijvoorbeeld visueel of een in het UPD voorgeschreven brandwerende scheidingswand aanwezig is. Brandweerinspecteurs bekijken in detail of die scheiding voldoet aan de WBDBO-normen."

Certificaat als momentopname
Naast de inspectieschema's beheert het CCV keurmerken voor certificering van producten en diensten. Voor die keurmerken bestaat geen wettelijke verplichting, maar in een aantal gevallen wel voor inspectie. Keurmerken geven toezichthouders en bevoegd gezag echter wel vertrouwen in de kwaliteit van een product of dienst. De verschillende certificaten blijken soms onduidelijkheid op te roepen. Want waar zijn ze nu precies voor bedoeld en wat zeggen ze de inspecteur? Van Blokland zet de verschillende vormen uiteen. Zo zijn er keurmerken voor het ontwerp van de brandbeveiliging van een gebouw, voor de uitvoering van de installatie, voor onderhoud en inspectiecertificaten. De CCV-vertegenwoordigster plaatst een niet onbelangrijke kanttekening bij met name de inspectiecertificaten: "Zo'n document wordt afgegeven na uitvoering van een inspectie en is daarmee een momentopname. Het certificaat zegt alleen dat de installatie op het moment van inspectie voldoet aan de certificeringseisen. Dat wil niet zeggen dat dat enkele dagen of weken later nog steeds zo is."

Inspecteurs kunnen soms op dilemma's stuiten bij de uitvoering van inspecties, bijvoorbeeld op grond van verschillen tussen vergunning en Bouwbesluit. Zoals een installatie die wel voldoet aan de vergunning, terwijl de installatie niet effectief is. Bijvoorbeeld oude rookbeheersingsinstallaties, die zijn aangelegd vóór er goede normen beschikbaar waren. Andersom worden soms situaties of installaties afgekeurd die fysiek wel veilig zijn, maar niet over de juiste documentatie beschikken om dat aan te tonen. Ook kan het zijn dat bij gekoppelde installaties, zoals een brandmeld- en sprinklerinstallatie, slechts één van die installaties wordt geïnspecteerd en goedgekeurd, omdat de opdracht zich daartoe beperkt. Het zijn volgens Gisela van Blokland voorbeelden die de realiteit illustreren waarin inspectiediensten hun werk doen.  De samenvattende les: één goedgekeurde en gecertificeerde installatie zegt niets over de effectiviteit van de combinatie of over het brandveiligheidsniveau van het gebouw. En een afgekeurde installatie betekent niet automatisch dat die installatie zijn werk niet doet en het pand onveilig is.

Raad voor Accreditatie
Accreditatie is voor het CCV een belangrijke voorwaarde voor de kwaliteitsborging van afgegeven certificaten en het toezicht daarop. Accreditatie van inspectie-instellingen moet waarborgen dat die organisaties en hun medewerkers in staat zijn om een goede inspectie uit te voeren en dat zij dat doen volgens de vastgestelde normenkaders. Voor het CCV zijn de inspectie- en certificeringsschema's daarvoor leidend. Het CCV stelt zich tot doel om alle eigen schema's onder accreditatie uit te voeren.

De Raad voor Accreditatie (RvA) is de instantie die op zijn beurt de inspectie-instellingen controleert en de competenties, consistente bedrijfsuitvoering en onpartijdigheid van organisaties beoordeelt, legt Teamleider Peter Stans van de RvA uit. Accreditatie vindt zijn wettelijke grondslag in Europese regelgeving en is voor Nederland uitgewerkt in de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie. Dat voor accreditatie in EU-verband regels zijn opgesteld is volgens Stans belangrijk omdat de lidstaten elkaars accreditaties erkennen. Dat is in het belang van uniformiteit van toezicht op de kwaliteit van inspectie-instanties, bijvoorbeeld in grensgebieden. De beoordelingscriteria voor certificering zijn dan in alle landen gelijk, zodat inspectie-instellingen die in meerdere landen actief zijn niet met verschillende maatlatten worden beoordeeld.

Peter Stans: "Het belang van accreditatie is dat de markt en het bevoegd gezag gerechtvaardigd vertrouwen kunnen hebben in beoordelings- en inspectierapporten. We beoordelen de competentie en onpartijdigheid van de instellingen en stellen daarmee vast of inspectie-instellingen voldoen aan de accreditatie-eisen. Dat moeten ze wel periodiek blijven aantonen. De Raad voor Accreditatie toetst op verschillende manieren of inspectie-instellingen en hun inspecteurs in staat zijn om een goede inspectie uit te voeren. Via een kantooronderzoek en via steekproeven tijdens een inspectie op locatie. Onze specialisten lopen dan met zo'n inspectie mee. Aangekondigd of onaangekondigd. Wij geven dan geen oordeel over de kwaliteit en effectiviteit van die installatie, maar over de competentie van de inspectie-instelling. We stellen vast of de inspecteur voldoende competent is om een goede inspectie uit te voeren volgens de eisen die we als accreditatie-instelling verbinden aan zijn certificering."

Tijdens de presentatie op de afdelingsdag Industriële Veiligheid stelde een van de deelnemers de vraag of de RvA ook de competentie van inspecteurs kan beoordelen als zij inspecteren op normen die buiten Nederland zijn opgesteld. In de Brzo-praktijk van industriële veiligheid wordt bijvoorbeeld veel gewerkt met de Amerikaanse NFPA-normen. Maar hoe beoordeel je als Nederlandse accreditatie-instelling of de inspecteurs op dat gebied voldoende competent zijn? Peter Stans ziet daarin geen knelpunt: "De bewuste inspectie-instelling moet dan in zijn eigen managementsysteem de competentie-eisen voor het beoordelen van die NFPA-normen hebben vastgelegd en moet die competenties ook kunnen aantonen. Bijvoorbeeld door te laten zien dat inspecteurs een NFPA-cursus hebben gevolgd. Wij kunnen daar dan vervolgens in een steekproef op toetsen."

Het werkgebied van de Raad voor Accreditatie omvat onder andere testlaboratoria, medische laboratoria, inspectie-instellingen en certificeringsinstanties. De RVA heeft in Nederland 836 accreditaties onder zijn beheer, waaronder 135 voor inspectie-instellingen. Accreditatie gebeurt op basis van vrijwilligheid. De RvA voert jaarlijks beoordelingen uit. Stans maakt duidelijk dat ook veiligheidsregio's een beroep op de RvA kunnen doen. Bijvoorbeeld als binnen een veiligheidsregio op basis van een overlegd bouwkundig of installatietechnisch inspectierapport twijfel bestaat over de kwaliteit van een door een commercieel bureau uitgevoerde inspectie. De RvA neemt deze signalen of meldingen mee bij de reguliere beoordeling, of kan tijdens een extra beoordeling nader onderzoek doen.


In de Brzo-industrie wordt veel met NFPA-normen gewerkt. Foto: Megin Zondervan