Zoeken

‘Scenariodenken en improviseren bij opvang Oekraïners'

Gepubliceerd op 1 juni 2022

Vanaf het moment dat de Russen op 24 februari 2022 hun buurland Oekraïne binnenvielen, zijn diverse organisaties en afdelingen van de VRR hard bezig om de opvang van Oekraïners in de regio in goede banen te leiden. Zo ook de GHOR Rotterdam-Rijnmond, die betrokken is bij de zorghulpverlening aan deze vluchtelingen.

Dat betekende onder meer veel overleggen, maar ook veel improviseren. Draaiboeken voor de opvang van vluchtelingen waren er wel, maar elke situatie is uniek en vereist een eigen aanpak. Al snel was duidelijk dat het niet zou gaan lukken om de vluchtelingen in de reguliere zorg te plaatsen. De piek van de coronapandemie lag dan wel achter ons, maar de druk op de zorg was nog steeds erg hoog. Huisartsen konden het vluchtelingenprobleem er niet zomaar bijnemen.

Erik van der LindenErik van der Linden, senior beleidsmedewerker GHOR Rotterdam-Rijnmond, stond in nauw contact met huisartsen in de regio: “De drukte, de taalbarrière en de administratieve ‘rompslomp’, het was veel voor deze beroepsgroep. Daarom gingen we eind februari al met ze in gesprek om te kijken hoe we ze zouden kunnen ontlasten. We regelden de zogenaamde nuldelijnszorg: een verpleegkundige ging naar de opvangplek, de hub, om te triageren. Mensen die acute zorg nodig hadden werden gelijk doorgestuurd en minder acute zaken werden afgevangen.”

Huisartsen ontlasten

Het werven van voldoende verpleegkundigen was ook een uitdaging. Erik vervolgt: “Het kostte behoorlijk wat inspanning voldoende verpleegkundigen te vinden. Wat meehielp was de situatie van dat moment. Iedereen wilde zich voor de Oekraïners inzetten. Om de huisartsen nog meer te ontlasten, is een callcenter opgezet. Vragen kwamen eerst daar binnen en alleen als ze niet konden worden beantwoord, werd doorverbonden naar de huisartsen.”

De GHOR Rotterdam-Rijnmond sloot ook een samenwerkingscontract met huisartsen. “Met hen hebben we vier noodhuisartspraktijken op centrale locaties opgezet. Twee daarvan zijn inmiddels gestart: op de Max Euwelaan in Rotterdam en op de Jan van Scorelstraat in Spijkenisse. Daar werkt een pool van huisartsen, geworven door Rijnmond Dokters. Daarnaast zijn er huisartsen die vanuit hun eigen praktijk voor bepaalde locaties zorg verlenen”, aldus Erik.

Zeer uiteenlopende zorg nodig

Maar met eerstelijnszorg alleen ben je er niet. Ook met bijvoorbeeld tandartsen, verloskundigen en apotheken moest contact worden gelegd. Verder is het Medisch Support Center Oekraïne ingericht. Dit is callcenter waar vanuit de gemeentelijke locaties alle zorgvragen binnenkomen die niet voor huisartsen zijn bestemd, maar bijvoorbeeld ook vragen voor een tolk of vervoer.

“De zorgvraag is heel divers,” ziet Erik. “Zo is ook een groep verstandelijk en lichamelijk beperkte Oekraïners in de regio opgenomen. Voor hen regelen we de verpleegkundige zorg. Een aantal van hen heeft een zorgzwaarte die past bij een intramurale setting. Ook zijn er mensen die verpleeghuiszorg nodig hebben.”

Vluchtelingen Oekraïne

“Verder zijn er Oekraïners waarvoor we thuiszorg op locatie moeten regelen. Of die naar een aangepaste locatie met zorg gaan. Normaal gesproken zouden zij een volledig pakket thuiszorg hebben, maar de opvanglocaties zijn daar niet geschikt voor. Dat zijn namelijk in de meeste gevallen geen gewone woonhuizen maar kantoorpanden of schepen. Indien mogelijk gaan ze naar een aangepaste locatie zoals een oude zorginstelling, vakantieboerderij of een chaletje dat (vanuit de gemeente) beschikbaar wordt gesteld. Daar kijken we in samenwerking met de thuiszorg, de VVT-instellingen, de GGZ en de gehandicaptenzorg welke zorg naast de eigen mantelzorg noodzakelijk is. Voor mensen die in aanmerking komen voor verpleeghuiszorg, maar niet geplaatst kunnen worden, wordt de 24-uurszorg op een daarvoor geoormerkte locatie gegeven.”

Geen draaiboek beschikbaar? Scenariodenken!

Een gigantische operatie waarvoor eigenlijk geen draaiboeken beschikbaar zijn. “We denken continu in scenario’s, maar hebben niet altijd tijd om vooruit te denken. Het is ook moeilijk in te schatten waar we ons op moeten voorbereiden. Komt er een enkeling met een bepaalde zorgvraag, of kunnen we grote groepen verwachten? Het is continu logisch nadenken, goed om je heen kijken en proberen daar zo goed als mogelijk op in te spelen. De gemeenten binnen de Veiligheidsregio zullen vooralsnog zo’n 3.000 vluchtelingen opnemen, maar we bereiden ons voor op een groter aantal en nemen dat mee in onze scenario’s,” merkt hij op.

Op de vraag of dit allemaal te regelen is, antwoordt Erik: “Het liefst sluiten we met de basis en acute zorg zoveel mogelijk aan in het reguliere gezondheidssysteem. Dat lukt bijvoorbeeld goed bij de verloskundigen. Gelukkig maar, want anders zou ik niet weten hoe we dit moesten opvangen. Lukt het reguliere systeem niet, dan kijken we gezamenlijk met experts hoe we een tijdelijk vangnet het beste kunnen inrichten.”

Omhelsing vluchtelingenNiet de eerste crisis

De Oekraïense crisis is niet de eerste vluchtelingencrisis waar Erik van der Linden mee te maken kreeg. “De crisis in 2015 waar we te maken hadden met vooral veel Syrische vluchtelingen, was kortcyclisch. De hulp werd opgezet voor een kleine week. De mensen verzamelden in een sporthal en gingen vervolgens naar de volgende locatie. Dat maakte het eenvoudiger om zorg te regelen. Er was toen ook meer behoefte aan acute zorg. En, niet onbelangrijk, de zorg had meer ruimte. Dat is nu zeker niet het geval.”

Het enige wat volgens Erik vergelijkbaar is met de huidige situatie, is hoe het in Krimpen aan den IJssel toentertijd was geregeld. “Zij hebben honderd vluchtelingen drie maanden in een gymzaal opgevangen en vervolgens in de gemeente gehuisvest. Die mensen zijn in de bevolking opgenomen. Nu zijn er op gemeentelijke locaties meer dan 3000 vluchtelingen, verspreid over de regio met het zwaartepunt in Rotterdam. En dan hebben we de particuliere opvang nog niet meegerekend. Gelukkig is er hulp van heel veel vrijwilligers. Dat moet ook wel, want anders wordt de druk op de gemeenten zelf veel te groot.”

Fijn dat we kunnen helpen

Naar verwachting komen er nog veel Oekraïners deze kant op en gaat dit alles nog maanden duren. Zijn we daar op voorbereid? “Als je de beelden ziet en de verhalen leest… Het is intriest. Veel mensen kunnen simpelweg niet meer terug, hun huis is platgebombardeerd, ze hebben niets meer. Het is dan fijn dat je kunt helpen. Ook al moeten we soms improviseren, maar ach, daar zijn we goed in,” stelt Erik.