Zoeken

SAMEN artikel: Samenwerkingspartner: Onze havens draaien altijd door

Gepubliceerd op 2 maart 2022

René de Vries is een begrip in Rotterdam. Nou zal niet iedereen in de stad meteen denken: ah, René de Vries! Maar hij is dus de havenmeester. Oftewel: er gebeurt niets op de rivieren en in al die havens langs de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas zonder dat René het weet. Toch blijft hij bescheiden. Hij is de eerste die roept dat zijn werk alleen kan bestaan bij de gratie van goede samenwerking.

Tekst Sander Grip | Beeld Lennart Ruinen

“Ben je weleens in een jachthaven geweest?’’, glimlacht René de Vries. “Dan staat er iemand met een grote pet op die zegt: ‘Je moet daar gaan liggen met je jacht’, en aan het eind van de dag komt hij bij je langs om twintig euro af te tikken. Dat is ongeveer wat ik doe, maar dan voor de hele haven van de stad.”

De vergelijking gaat natuurlijk alleen al mank op de omvang van de haven. Nog altijd de grootste van Europa en inmiddels de tiende van de wereld. “Alleen de haven van Singapore en acht havens in China zijn groter dan onze haven. Elk jaar bezoeken zo’n dertigduizend zeeschepen en dik honderdduizend binnenvaartschepen de havens in onze stad. En in die havens ben ik verantwoordelijk voor de veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer. Wij coördineren en plannen het scheepvaartverkeer en begeleiden schepen via ons systeem van radars aan wal.

Dat doe ik namens burgemeester en wethouders en de minister van Verkeer en Waterstaat. De rivier is Rijksvaarweg dus daar gaat de minister over. In de havenbekkens is de gemeente de baas. Ik zeg overigens expres alleen BenW, want ik ben niet alleen havenmeester voor Rotterdam. Ook voor de gemeenten Schiedam, Vlaardingen, Dordrecht, Zwijndrecht en Papendrecht ben ik de havenmeester. Ik ben verantwoordelijk voor het scheepvaartverkeer van ruwweg Dordrecht tot halverwege Engeland. Die gecombineerde rol is vooral praktisch. Als we dit anders hadden geregeld, dan had je met drie havenmeesters te maken gehad als er een schip over de rivier van Schiedam naar Rotterdam vaart. Nou kunnen we goed overleggen in deze polder, maar het is niet nodig om te overdrijven, toch?”

Partner van de VRR
Nou is het natuurlijk ondoenlijk om al het werk alleen te doen. Toverwoord is dan ook samenwerking. Onder andere met de Veiligheidsregio. “We hebben een convenant waarin we afgesproken hebben dat het Havenbedrijf bluswerk op het water verricht namens de VRR. Ook de overslag van gevaarlijke stoffen controleren wij en we zorgen voor het toelatingsbeleid – dat is het beoordelen of een schip wel de haven in kan gezien bijvoorbeeld de weersomstandigheden. Je kunt je voorstellen dat een schip van vierhonderd meter lang, dat vijftig meter boven het water uitsteekt, niet lekker kan binnenkomen bij windkracht 8. Verder zijn we ook partner van de VRR. Rotterdam-Rijnmond is daarin uniek, want dat is nergens anders in ons land. Logisch is het wel, want op die manier draaien we automatisch mee in de GRIP-structuur bij een ramp of crisis.”

Een samenwerking die goud waard is
Waar we ook over beschikken: de Port Health Authority Rotterdam. Dat is een samenwerking met de VRR, de kustwacht, de politie en de GGD. Zeker tijdens de coronacrisis is dit goud waard gebleken, want we werkten dus al samen op het gebied van infectieziekten. Vaak leidt de autoriteit een slapend bestaan, maar we kunnen het tot leven kussen zodra het nodig is.

Met de coronacrisis dachten we in eerste instantie nog dat we hooguit te maken zouden krijgen met besmettingen op schepen die uit China kwamen”, herinnert René zich. “Maar die schepen zijn al met al drie weken onderweg, dus die zeelui waren allang beter voordat ze hier aankwamen. Het gevaar kwam via heel andere routes. We hebben schepen gehad waarop de complete bemanning besmet was en cruiseschepen die nergens anders welkom waren. Waarvan wij zeiden: kom maar naar ons. Op een cruiseschip werken driehonderd tot duizend mensen. Bij Miami voor de kust alleen al lagen er ruim tweehonderd. Die maatschappijen zijn hun schepen gaan gebruiken om medewerkers naar huis te krijgen. Er voeren ook cruiseschepen naar Europa. Dat personeel kan er ook niets aan doen. En als wij werkelijk een veilige haven zeggen te zijn, dan zijn we dat ook voor deze mensen. Dus zeiden we altijd ja als zo’n schip wilde aanmeren.” René vertelt het met trots: “Dat werd ook in de overleggen met de VRR onmiddellijk geaccepteerd. Opvallend vind ik dat dit soort acties ook bij het publiek altijd positief ontvangen zijn. De stad is haven-minded én gastvrij.”

Lezen en schrijven met elkaar
Tijdens de hele coronacrisis is de Rotterdamse haven opengebleven. “Ik denk dat 99 procent van de goederen in ons land via zee komt. Wij zijn daarnaast ook dé haven voor het Europese achterland. Ik kan me niet voorstellen dat je die haven dichtgooit. Er zijn zoveel mensen van ons afhankelijk. Maar om open te blijven, heb je iedereen nodig. Samenwerking is essentieel. Van die talloze bedrijven die goederen overslaan tot de VRR die toezicht houdt en in de bres springt als er ergens iets misgaat. Je kunt niet zonder elkaar.”

En de samenwerking is altijd goed en positief, stelt René met zichtbare trots. “Ook als er geen corona is, werken we nauw samen. Van weerbaarheid tegen digitale verstoringen tot cybersecurity, voor al die grote internationale dossiers zitten we met elkaar om tafel. En ik kan niet anders zeggen, ook al klinkt het wat zoetsappig, dan dat de samenwerking heel goed verloopt. We kunnen lezen en schrijven met elkaar. De VRR is een goede bovenbuur.” Hij schiet in de lach: “Dat is wel een mooie kop voor boven je verhaal, toch? Onder normale omstandigheden is het ook echt fijn dat je zo dichtbij zit, je kunt zo snel schakelen. Zeker bij een incident is onze handelingssnelheid daardoor toch net even hoger dan onder andere omstandigheden.”

De moed erin houden
​​​​​​​Natuurlijk heeft de afgelopen anderhalf jaar coronacrisis laten zien dat je ook goed kunt samenwerken als je even niet op elkaars lip zit. Terwijl je al die tijd in een GRIP-4-situatie verkeert. “Dat betekent in mijn ogen vooral dat je er extra op moet letten dat je de moed erin houdt met elkaar. Niemand heeft ooit zo’n lange GRIP-4 meegemaakt. Natuurlijk is dat een serieuze zaak en zit je met elkaar om tafel om zware beslissingen te nemen. Maar om de moed erin te houden heb je het tussendoor ook af en toe over koetjes en kalfjes en ben je soms wat aan het geinen met elkaar. En laten we eerlijk wezen”, glimlacht René: “Als wij de moed verliezen, dan hebben we wel een probleempje.”

Die glimlach karakteriseert de meester van de grootste haven van Europa op en top. Wat het is dat hem zo gelukkig maakt? “Ach, je moet een beetje gek zijn op die haven en die industrie. Anders houd je het niet vol. Ik vind het een machtige omgeving en ik werk met prachtige partijen. En vergeet niet, ons werk doet ertoe: dit is geen koekjesfabriek. Als ik een paar dagen vrij neem, vind ik het heerlijk om naar het strand van Hoek van Holland te gaan. Zit ik alsnog naar die haven te staren.”